Voordat de dieselgenerator wordt gestart, moet een reeks maatregelen worden genomen om de werkelijke technische status van het apparaat te bepalen. In de werklijst moeten de volgende taken worden voltooid:
Controleer of de laadtoestand en bedrading van de accu correct zijn en houd daarbij rekening met de polariteit.
Open de voelermaat op het carter van de verbrandingsmotor, controleer het aanwezige oliepeil en vul indien nodig bij tot de benodigde hoeveelheid.
Na het vullen met olie moet de systeemdruk worden verhoogd door een solver in te drukken die de druk in de verbrandingskamer verlaagt en de rotatie van de krukas vereenvoudigt, en vervolgens de starter meerdere keren start totdat het indicatielampje voor laag oliepeil uitgaat.
Als er een vloeistofkoelsysteem aanwezig is, controleer dan het niveau van antivries of water.
Controleer vóór het starten van de dieselcentrale of er brandstof in de brandstoftank zit. Let op dit moment op het gebruikte zout en gebruik winter- of poolbrandstof bij lage omgevingstemperaturen.
Nadat de brandstofkraan is geopend, wordt de lucht uit het systeem verwijderd. Draai daartoe de moer van de brandstofpomp 1-2 slagen los en draai bij het openen van de solver de starter rond totdat er een stabiele brandstofstroom zonder luchtbellen verschijnt. Pas nadat deze werkzaamheden zijn voltooid, kan de apparatuur als gereed worden beschouwd en kan de dieselcentrale worden opgestart.
Posttijd: 13-nov-2023